D. Het maalkruis of schuinkruis
Spielerei of toch iets meer?
Kunnen we misschien toch iets meer te weten komen over het waarom van die geheimzinnige tekens in middeleeuwse bakstenen muren?
Het begon voor mij allemaal hier in Muiden bij de Grote kerk. Daar zag ik voor het eerst een Andreas-
Heeft deze kerk dan ooit iets met de apostel Andreas te maken gehad? Mijn interesse was gewekt. Destijds leverde een zoektocht op internet nog niet meteen iets op.
Maar gaandeweg door het land reizend trof ik er steeds meer. Alleen al in ons land zijn het er ettelijke tientallen. Hier onder zie je al wat voorbeelden, verspreid in het land op kerken, torens, kastelen, abdijen en boerderijen.
Lexmond
Muiden
Deventer
Haarlem: A’damse poort
Minnertsga
Soest
St Agatha
Hemmen
Kapelle
Achtergronden van (klik op) de tekens:
Andreas
Het maalkruis of schuinkruis is in onze cultuur overgeleverd als een Andreaskruis. Er is een verband met de apostel Andreas. Volgens de overlevering zou de apostel Andreas gekruisigd zijn op een dergelijk maalkruis.
Het was gebruikelijk in de oude kerk dat men martelaren afbeeldde met hun folterwerktuig(en). Het opvallende met betrekking tot Andreas is dat Middeleeuwse afbeeldingen met het maalkruis alleen in Noord-
Kennelijk had de kerk juist in deze streken behoefte om een krachtig Germaans teken te adopteren, omdat het onuitroeibaar bleek en zich overal bevond. Mensen geloofden heilig in de kwaadwerende werking ervan. Om het voor de kerk acceptabel te maken, verzon men de legende van Andreas erbij.
Dat teken moet wel zijn: de oude Gebo-
De runen zijn in een ver verleden overgekomen via handelscontacten met de Etrusken in Noord-
Runen werden op houten staafjes gekrast en die kon de priester werpen. Vervolgens kon hij, net als bij Tarot-
Van uit onze streken is nauwelijks origineel tekstmateriaal in runenschrift overgeleverd. In Nederland kennen we slechts 22 korte inscripties. In Skandinavie kwam het in de loop van de tijd er wel van dat de runen gebruikt werden als een schriftelijk communicatie-
Van een stuk of wat runen, waaronder dus de Gebo, werd ook in de christelijke tijd nog lang in de beschermende kracht ervan geloofd.
In de vakwerkhuizenbouw was een huis natuurlijk al om reden van stevigheid al rondom bezet met maalkruisen. Maar we kennen het schuinkruis op de stiepel tussen de Twentse niendeuren, op oude muurankers, of als zandlopermotief op luiken.
Bovendien komt het in de heraldiek voor, waaronder in het wapen van de Bourgondische vorsten of in de vlag van Schotland.
Dit teken tref je niet alleen aan op de oude bakstenen muren, maar vaak ook op muurankers, als bescherming tegen blikseminslag. Het onweer werd ooit gezien als manifestatie van de god Donar.
En uitgerekend juist in de tijd dat we zien dat er metseltekens op de muren werden aangebracht -
Voorstelling van kruisiging van St. Andreas
Runenalfabet.
Anglo-
Sjamaan communiceert met onzichtbare wereld
Stiepelteken op niendeur in Twente
Militair schild van een Bourgondische soldaat
Kruispunt te Haarlem
Spoorwegovergang
Stopverbod-
Lange tijd was het gebruikelijk om luiken te beschilderen met maalkruisen in een zandlopermotief.
Vanaf ca 1700 komt het in de mode om in het bovenlicht boven de voordeur een snijraam aan te brengen. Dit is een houtgesneden ornament, waar het licht tussen de roeden doorvalt in de gang.
Bekijken we symbolen die toegepast worden in bovenlichten: in de snijramen van de 19e eeuw komen we in onze binnensteden het maalkruis weer tegen, alsof het toch nog in het onderbewuste van het volk is blijven sluimeren.
Amsterdam: Het Singel
Amsterdam:Pr. Hendrikkade
Duits vakwerkhuis
Een bijzondere tekening hebben we hiernaast: Maastrichtse vakwerkhuizen, die ooit aan de Bokstraat stonden, op een tekening van Philippe van Gulpen (gesloopt 1849).
Wat hier met name heel bijzonder is, is het maalkruisteken boven de deur, rechts van het midden, aan de voet van de stenen trap. Een dergelijk vakwerkhuis moet nog wel van voor 1600 stammen.
Muuranker met smidstekens
Oude prent van de Bokstraat te Maastricht
De Gebo-
De Gebo-
De mensen wisten niet waarom en hoe het onheil over je kwam: ziekten, misoogsten, branden, waanzin, dood..
Via symbolen kon je je richten op die onzichtbare machten, die daar toch verantwoordelijk voor werden geacht. (Andere manieren waren toverspreuken en rituelen). In de gemeenschap was het van ouds de priester/sjamaan die de heilige gebruiken kende en toepaste als het nodig was.
In de Germaanse symboliek verzinnebeeldt het maalkruis, i.c. de Gebo-